Wie het leven van de heilige Nicolaas onder de loep neemt, moet teruggaan tot de vierde eeuw, de tijd toen het christendom niet langer vervolgd werd en onder keizer Constantijn de wind in de zeilen kreeg. Nicolaas was in de eerste decennia van de vierde eeuw bisschop van Myra. Na zijn overlijden op 6 december 335 – het exacte jaartal wordt tussen 335-337 geplaatst – verspreidt zich zijn verering met name door de legenden die in omloop komen. De Nicolaascultus gaat via Constantinopel naar Rome, de Alpen over naar onze contreien.
De eerste verering van Nicolaas in Noord-West-Europa was te danken aan de Byzantijnse prinses, later Duitse keizerin Theophanu. Het jaar 1087 is een brugjaar tussen Oost en West. Met het overbrengen van zijn relieken vanuit Myra naar Bari groeit de Sint-Nicolaasverering en allerlei tradities.
We komen veel devotiebeelden tegen. Het woord devotie komt van het Latijnse werkwoord vovere betekende 'een plechtige belofte doen'. Met het voorvoegsel de- ervoor kreeg het de betekenis 'offeren, toewijden'.
En van dat werkwoord devovere werd devotus 'toegewijd aan de goden' afgeleid. Het Nederlandse devoot betekent nog steeds 'toegewijd, vroom'. Het bijbehorende devotie betekent 'het toegewijd zijn', 'vroomheid' en in het bijzonder iemands persoonlijke spiritualiteit en religieuze beleving.
Nicolaas staat voor de anonieme vrijgevigheid. Hij komt op tegen onrecht en armoede, gedwongen prostitutie en daar waar het stormt in het leven.